vrijdag 24 mei 2013

Oproep!

Ik probeer al dagen de juiste woorden te vinden om de mensen die daadwerkelijk mijn blog lezen over te halen, indien dat nog nodig is, om zich morgen (zaterdag) aan te sluiten bij het wereldwijde proces tegen Monsanto. In mijn hoofd hoor ik de kritische stemmen van vrienden die zich afvragen waarom ik me weer ergens druk over maak en ik zie mijn vrienden met kinderen voor me, die op zaterdag eindelijk tijd hebben om het huis aan kant te krijgen en de wekelijkse boodschappen te doen. Ik begrijp hun drukte vraag me af: hoe leg ik hen het belang van dit protest uit?

Door uit te leggen wie of wat Monsanto is?
(Een giga multinational uit de VS die ooit begon als producent van chemische wapens (o.a. Agent Orange), en zich de laatste twintig tot dertig jaar op genetisch geproduceerde landbouw richt.)

Door uit te leggen waarom hun werkwijze op zoveel verschillende fronten fout is?
(-Boeren moeten jaarlijks nieuwe zaden kopen, en mocht een individuele boer per ongeluk Monsanto zaden op zijn velden krijgen, dan moet hij hen alsnog eigendomsrechten betalen. 
- De genetisch gemanipuleerde zaden van Monsanto kunnen alleen verbouwd worden in combinatie met een zwaar giftig bestrijdingsmiddel, Roundup, dat alles om zich heen vernietigt en heel schadelijk is voor mens en natuur.
- Genetisch gemanipuleerd voedsel werd in eerste instantie ingezet voor veevoer - en leidde toen al tot misvormingen, ziektes etc - maar wordt nu ook voor menselijk voedsel gebruikt, met bijkomende 
ziektes.)

Door te vertellen over de macht van multinationals, en de Europese Unie, die in dit geval niet het belang van haar burgers voorop stelt?
(Na jaren van lobbyen door Monsanto en Amerikaanse diplomaten wil de EU, los van alle onderzoeken en studies over de effecten van genetisch gemanipuleerd voedsel, een wetsvoorstel doordrukken waardoor alle zaden die in Europa gebruikt worden, door de EU goedgekeurd moeten worden. Dit betekent dat veel Europese rassen zullen verdwijnen en dat het op den duur strafbaar word om zaden te ruilen met je buurman.)

Door uit te leggen dat het langzaam toch echt tijd wordt dat we met zijn allen wakker worden, opstaan, en onze overheden laten weten dat wij, het volk, de burgers, ook een mening hebben. En dat daar, zoals dat hoort in een democratie, naar geluisterd dient te worden?

Bij iedere schrijfpoging zakte de moed weer in mijn schoenen. Wie ben ik, om dit enorme onderwerp aan te snijden en er voldoende objectieve informatie over te geven, zodat mijn vrienden hun drukke leven even stil zetten en voor een een groter goed willen strijden? Al lezend over en kijkend naar alle informatie die online te vinden is, realiseerde ik me dat anderen het al lang en beter beschreven of verfilmd hebben. Dus waarom zou ik dat wiel opnieuw uitvinden? (Zo komen bovenstaande quotes van de March against Monsanto Amsterdam Facebook Pagina.)

Bij deze dus een oproep: neem de tijd, en surf eens een beetje rond online. Lees, klik op filmpjes, en word een beetje wijzer over de wereld waarin we leven. Als je dan nog steeds geen noodzaak ziet, doe dan vooral niets. Maar als je opeens een vervelend opgewonden gevoel voelt, een gevoel van ongeloof, boosheid en de wil om actie te ondernemen, doe dan iets. Wees een kolibrie in een brandend bos (zie het tweede filmpje).

Ter inspiratie een filmpje over Rachel Parent, die gelooft in wat ze doet...

Word wakker!


 







donderdag 16 mei 2013

Afghanistan

Het was juli 2002, ik vloog na acht maanden te hebben gereisd met een zwaar hart terug naar Europa. Hoewel ik klaar was met het steeds in en uitpakken van mijn spullen en vooral met het slepen met mijn rugzak, wilde ik de wijde wereld nog niet verlaten. Die eerste reis smaakte naar meer, en ik kon niet wachten om andere plekken te ontdekken. De wereld schoof langzaam onder me voorbij, terwijl ik met mijn neus tegen het raampje gedrukt nieuwe bestemmingen zocht.
We vlogen over bergen. Eindeloze bergen, kaal en droog, zonder ook maar iets van bos of water dat de bruine aarde bedekte. Ik keek op het vliegschema om te zien waar we vlogen: Afghanistan.

Sinds die vlucht, dat moment van verbazing over de omvang van zoveel niets, en de wetenschap dat in dat niets een hele bevolking leefde, wil ik er naar toe. Nu deed ik mijn ontdekking een paar maanden na de Amerikaanse inval in hun zoektocht naar Al Qaida, wat een spoedig bezoek enigszins belemmerde, en dat waarschijnlijk nog wel een tijdje zal doen.

In de tussentijd blijf ik gefascineerd door het land en de mensen en kijk ik met verbazing naar reportages en documentaires die daarover gemaakt worden. Zo is er nu een nieuwe serie, van journaliste Natalie Righton, die in 2010 naar Afghanistan vertrok om van binnenuit verslag van de situatie te doen. Hoewel duidelijk is hoe gevaarlijk het is om daar momenteel als westerse vrouw rond te lopen, voedt haar verhaal ook mijn verlangen.
Ooit. Ooit ga ik het zelf zien.



woensdag 8 mei 2013

Online vriendschap

Steeds als ik in het buitenland ben, besef ik weer hoe bijzonder vriendschappen zijn. De afwezigheid van mijn vrienden maakt mijn dagelijkse leven een stuk rustiger, en saaier. Ik realiseer me hoe hun aanwezigheid me normaal inspireert en voedt en hoe fijn het is ze om me heen te hebben.
Nu is het tegenwoordig praktisch onmogelijk om níet in contact te blijven, met dank aan de sociale media en het internet die alle afstanden relatief maken. Ik chat dagelijks met vrienden op Facebook, Skype minimaal eens per week met vriendin A. en mail regelmatig met M. over de Belangrijke Zaken Des Levens.

De laatste jaren heb ik - en ik ben vast niet de enige - vaak discussies over de online versus de wereldlijke vriendschappen. Als voorstander en gebruiker van sociale media vind ik het geweldig dat ik op een simpele manier op de hoogte blijf van andermans doen en laten, ook als ik mensen niet zo vaak zie. Naar mijn mening doet het verder ook geen afbreuk aan de waarde of echtheid van vriendschappen, maar biedt het vooral de mogelijkheid om vriendschappen te laten bestaan die anders wellicht geen kans op overleven hadden gehad. Er zijn mensen die ik helemaal niet zo goed ken, die ik op reis ontmoet heb en die ik in mijn dagelijkse leven praktisch nooit zie, maar die ik toch als dierbare vrienden beschouw.


Zoals mijn vrienden Sam en Heinrich, die mij elf jaar geleden een lift gaven in Nieuw Zeeland, en die ik sindsdien zo'n vier keer op verschillende plekken in de wereld gezien heb. Ik weet niets van hun dagelijkse leven, hun favoriete restaurants of de namen van hun ouders, ik weet niet eens hoe hun huis er nu uit ziet. Maar ik weet wie ze zijn, wat ze doen, waar ze wonen. Ik weet dat ze een hond hebben, en katten, en dat ze van reizen houden en dankzij Facebook zie ik flarden van hun leven voorbij komen. Elk weerzien voelt vertrouwd, alsof we elkaar gisteren nog zagen. Dat komt enerzijds door de sociale media, en anderzijds omdat ze gewoon heel leuk zijn en onze vriendschap blijkbaar geen wekelijkse updates nodig heeft. En de wetenschap dat deze twee heren aan de andere kant van de wereld hun leven leiden, en ook een deel van mijn leven zijn, hoe klein dan ook, vind ik bijzonder.



Overigens heeft de Amerikaan Paul Miller afgelopen week na een jaar lang offline te zijn geweest de online wereld weer opgezocht en trekt hij bijzondere conclusies over de voor- en nadelen van ons online leven.