zaterdag 7 april 2012

Geloof

Pasen is de tijd van bezinning en van lijden, maar steeds minder mensen weten wat de christelijke betekenis van Pasen is, en nog minder die van Hemelvaart en Pinksteren. De komende dagen ontbijt iedereen met gekleurde eitjes, paasbrood en verse jus, maar niemand van ons heeft de afgelopen veertig dagen zijn consumptie geminderd om tot die bezinning te komen. Bij Carnaval denkt nu iedereen aan bier en nog meer bier, niet aan het begin van de Vastentijd.

We leven in een samenleving die zich houdt aan de joods-christelijke traditie. Eert uw vader en uw moeder, gij zult niet doden, gij zult niet stelen. Nu geloof ik zelf dat die basisprincipes ook al voor het begin van de godsdiensten er waren, alleen waren ze nog niet op schrift gesteld. En toen iemand op het idee kwam die principes vast te leggen, was het handiger om dat te doen in verhalen die mensen konden onthouden. Verhalen die in de tijd waarin ze verteld werden ook andere belangrijke lessen met zich meedroegen: van varkensvlees wordt je sneller ziek dan van koeien, dus je kunt beter geen varkens eten, houdt vlees en ander eten gescheiden van elkaar, dat is hygiënischer, in plaats van iedere vrouw te nemen die hij ziet, kan een man zich beter beperken tot drie of vier vrouwen die hij de zijne mag noemen.

Ik denk niet dat de schrijvers van toen zich realiseerden dat al die verhalen voor miljarden mensen eeuwenlang zouden dicteren hoe ze zouden moeten leven. En dat er uit naam van hun verhalen later oorlogen zouden worden gevoerd. Ik geloof dat zij mensen wilden amuseren, en wellicht nog iets wilden leren, en dat ze misschien hoopten dat hun verhalen hen zouden overleven. Maar ik geloof niet dat ze wilden dat hun verhalen ertoe zouden leiden dat anno 2012 miljarden mensen sterven aan AIDS omdat hen verteld wordt dat het zondig is als ze condooms gebruiken, dat er jonge jongens misbruikt worden omdat de echte gelovigen zogenaamd geen seks drive hebben. Dat hele volksstammen roepen dat zij het ware geloof hebben, en alle anderen hel en verdoemenis toewensen.

Het moge duidelijk zijn dat ik atheïst ben. Mijn overgrootvader kreeg minder werk in de mijn omdat hij op zondag niet in de kerkbanken zat, mijn vader dreigde met allerlei immorele acties als het bisdom hem niet zou uitschrijven (wat het in eerste instantie geweigerd had) en ik deed geen communie, maar had een heiden-feestje. Nog steeds vloek ik een paar keer als ik een kerk in loop om met mijn koor de prachtige muziek van Mozart, Bach en Fauré te zingen. Kinderachtig, ik weet het. Maar niet minder kinderachtig dan mensen die zich verbergen achter alle goede eigenschappen die een ware gelovige heeft, maar tegelijkertijd iedereen die zijn opvattingen niet deelt afschrijft. Heb uw naasten lief, maar alleen zij die net zo zijn als u?

Een tijd geleden las ik een prachtig boek van Guus Kuijer, Hoe een klein rotgodje god vermoorde, waarin hij verhelderend de echt verhalen bespreekt, en hoe die later zijn misvormd tot de mythen van nu. Zojuist zag ik een toespraak van Stephen Fry, over zijn visie op de katholieke kerk, die naar mijn idee erg goed verwoord wat er mis is met dit soort instanties, in dit geval de katholieke. Alain de Botton, tot slot, predikt een nieuw evangelie: atheism 2.0, waarin de atheïsten van deze wereld zich niet aan de instituten onderwerpen, maar wel enerzijds kunnen profiteren van de positieve bijdragen van religie aan onze samenleving (mooie kerken, de kerstviering, de fresco's in Assisi) en anderzijds ook de positieve kanten van religie overnemen in de seculiere samenleving.

Voor iedereen die met Pasen wat bezinning zoekt....

Stephen Fry (2009) deel 1:


Stephen Fry (2009) deel 2:


Alain de Botton tijdens TEDGlobal 2011:








maandag 2 april 2012

Werk

Is mijn werk mijn identiteit? En ben ik tevreden met de identiteit die mijn werk mij geeft? Het zijn vragen die op de meest ongewenste momenten naar boven komen.

Na een aantal jaar van de ene tijdelijke baan naar de andere te zijn 'gehopt', besloot ik bijna zes jaar geleden dat ik eens een tijdje wat langer op dezelfde plek wilde zitten. Het idee alleen al vloog me naar mijn keel, de angst om 'uiteindelijk niet meer weg te durven' had me al die jaren weerhouden van langere verbintenissen. Zingen in mijn koor was (en is) de enige activiteit op mijn cv die aan kon tonen dat ik me daadwerkelijk kon committeren. Maar de onrust van steeds alvast weer verder te moeten zoeken terwijl ik op een nieuwe plek werd ingewerkt, was me tegen gaan staan en dus zocht ik een Vaste Baan.
Nu zit ik al bijna vijf en een half jaar op een vaste plek, en steeds als ik mijn werk omschrijf aan anderen, draaien ze jaloers met hun ogen. Ik heb een baan waar mensen jaloers op zijn. Toch ben ik al jaren onrustig, en denk ik steeds weer dat ik iets anders wil, iets anders moet. De huidige economische situatie maakt dit soort gedachten angstaanjagend, want wie zegt nu zijn vaste baan en zekerheid op, zonder te weten wat er komen gaat? Aan de andere kant trekt het avontuur, en de - wellicht volledig ongepaste - hoop dat uiteindelijk altijd alles wel goed zal komen.

Ik ben gelukkig niet de enige met dit dilemma. Alleen al in mijn vriendenkring kom ik vingers te kort om soortgelijke gevallen te tellen. En met ons zijn er nog talloze andere dertigers die met dezelfde vragen worstelen. Gelukkig zijn er dan programma's als Dus ik ben: ik werk dus ik ben, waarin wordt uitgelegd hoe in onze huidige door werk geobsedeerde samenleving het hebben van een baan, en daar hard voor moeten werken, als hoogstaande waarden worden gezien. Je werkt voor je eigen ontwikkeling, en om een bijdrage te leveren, je haalt je identiteit uit je werk. Maar de vrijheid die we denken na te streven is een illusie, want ook al roepen werk- en opdrachtgevers ons op om autonoom te werken, uiteindelijk zijn we allemaal afhankelijk van het systeem, en zijn de heersende normen en waarden zo sterk, dat er weinig vrijheid over blijft.

Het kan tot interessante discussies leiden, en tot heel veel gedachten op de fiets, in de douche en tijdens saaie vergaderingen. Voor mij geldt dat ik er nog lang niet over uit ben. De onrust om weg te gaan en nieuwe dingen te proberen blijft, net als de angst die leuke baan die zoveel mensen zouden willen hebben op te zeggen en dan nooit meer iets vergelijkbaars te vinden. Met andere woorden: wordt vervolgd...