woensdag 24 november 2010

IDFA: feitjes

Je hebt documentaires die een duidelijke boodschap hebben, een one-liner, die vaak al in de titel, en anders in de ondertitel terug te vinden is. Je hebt ook documentaires die een hele film nodig hebben om duidelijk te maken welk punt ze willen maken. Dat zijn documentaires die een gebeurtenis, een verschijnsel of een theorie proberen uit te leggen. Films die niet zonder statistieken en graphics kunnen om enigszins een genuanceerd beeld te schetsen. Ik zag er tot nu meerdere die maakten dat ik blij dat ik mijn notitieboekje bij de hand had.

Zo gaat Inside Job over de financiële crisis, en vooral de opbouw ernaar toe. Over hoe Amerikaanse banken in de jaren tachtig onder Reagan en zijn deregulatiebeleid de mogelijkheid kregen om winst te gaan maken, en hoe de hebzucht die daar uiteindelijk uit voort kwam de huidige malaise heeft veroorzaakt. Banken sloten leningen af, maakten er CDO's ( Collateral Debt Obligations) van die weer aan investeerders werden verkocht en waar door rating agencies een tripple A status aan gegeven werd. AIG verhandelde in de tussentijd in Credit Default Swaps, verzekeringen voor wanneer zo'n CDO minder waard werd. Maar ook als je zelf geen CDO's had, kon je bij AIG CDS kopen, waardoor je als bedrijf geld kon verdienen wanneer anderen geld verloren. Schokkender is nog dat niet alleen de FBI maar ook de Federal Bank hiervan op de hoogte waren en er alles aan gedaan hebben om willens en wetens deze situatie zolang mogelijk in stand te houden. Wat wij uiteindelijk op televisie zagen waren de mannen in pakken die op straat bekogeld werden en voor rotte vis werden uitgemaakt, maar die in de tussentijd miljarden verdienden en met grote bonussen weg gingen. Veel van hen werken nu voor hoge salarissen bij Harvard, Columbia of gewoon, onder president Obama. Waarbij ze natuurlijk een clausule in hun contract hebben waarin staat dat ze overige werkzaamheden met behoud van salaris mogen uitvoeren.

In American Coup wordt verteld over coup die de VS in 1953 pleegde in Iran. Daar had de toenmalige -democratisch gekozen- minister president Mossadeq besloten dat de Britse oliemaatschappij die eigenaar was van alle olie in Iran, dat eigenlijk niet was en dat dit verdrag onder verkeerde -koloniale- omstandigheden was verkregen. Engeland was echter van mening dat Iran contractbreuk pleegde, weerhield eerst alle overige olieschepen Iran te benaderen, maar klopte uiteindelijk bij president Eisenhower aan voor hulp. Die stuurde Kermit Roosenveld (kleinzoon van) naar Iran en liet hem chaos creëren door verschillende mensen om te laten kopen, groepen tegen betaling tegen elkaar te laten vechten en de pers met geld ertoe te verleiden Mossadeq te omschrijven als een communist. De sjah keerde, na vijf miljoen dollar van de CIA te ontvangen, terug en gaf Engeland en zijn oliemaatschappij BP toestemming om Iraanse olie te delven. Aan het einde van de film vraagt een van de sprekers zich af hoe niet alleen Iran, maar de hele regio eruit zou hebben gezien als het nog steeds een democratisch land zou zijn geweest.

Freakonomics is tenslotte gebaseerd op het gelijknamige boek en laat in een snel tempo en met grappige animaties zien hoe:
a) het er niet toe doet wat je naam is. Je opvoeding, achtergrond, buurt, opleiding etc wel. En die, of in elk geval die van je ouders, hebben meestal wel weer invloed op je naam;
b) er overal patronen in zijn te vinden en economen alles kunnen herleiden op basis van die patronen.
c) het afnemen van de criminaliteitscijfers in New York niet zozeer te maken hebben met een strenger politiebeleid, maar vooral met het aannemen van een abortuswet, vijftien jaar eerder, waardoor er minder ongewilde kinderen in arme buurten geboren werden en
d) hoe iedereen reageert op incentives: prikkels die tot een bepaald gedrag aanmoedigen.

Met andere woorden: neem een notitieblok mee als je later in een discussie je nieuw vergaarde kennis wilt kunnen aanvoeren (en je net als ik nogal kort van geheugen bent als het om cijfers gaat)!







Geen opmerkingen: